Elk jaar gaat mijn school met een groep vooreindexamenleerlingen Europa in. De gymnasiasten gaan dan naar Rome. Het jaar waar ik nu over schrijf was ik samen met Ruben en Angelique naar Rome. Zo’n reis met pubers is niet niks. Je bent de hele dag ( en als je niet uitkijkt de hele nacht) in touw. Wij, de volwassenen, laten hen de eeuwige stad zien. Ruben vertelde over alles wat er te zien was en Angelique en ik zorgden dat de leerlingen het naar hun zin hadden en wisten waar en wanneer ze ergens moesten zijn. We hielden alle ballen in de lucht tot twaalf uur ’s nachts of soms nog later en dan gingen we slapen. Om zes uur stonden we weer op, want we moesten zorgen dat alle leerlingen op tijd aangekleed waren en hun ontbijt op hadden zodat we weer verder konden. De een na laatste dag loodste Angelique ons door Rome op de fiets om naar de Via Appia te komen. Zij gaf en passant rijles en sindsdien knijp ik nooit meer in mijn stuur als de weg hobbelig is. Zo’n week is op zijn minst inspannend te noemen. De vriendschap met de drie docenten was voor eeuwig, net als de stad.

Met deze fietsen de Via Appia over…

Terug op school wilde Angelique een experiment doen met minder toetsen en betere resultaten: formatieve evaluatie. In Rome hadden we al veel gesproken over het onderwijs en het was logisch dat ik in haar werkgroep terecht kwam. Angelique liet een ontzettend tempo van werken zien, ik kon dat samen met de andere leden niet altijd bijhouden, maar er werd voorzichtig een stap gezet. Toen viel Angelique en werd alles anders. 

In de grote vakantie net na de val, ging ik langs. Angelique waarschuwde dat ik niet te lang moest blijven. We kletsten wat, we liepen een stukje en binnen het uur zat ik op de fiets terug naar huis. Dat is eigenlijk zo gebleven. Soms appt ze dat het bezoekje naar bv de breiwinkel er niet inzit, maar of ik wel koffie kom drinken. Die koffie gaat altijd gepaard met een eigen baksel, dus daar zeg je geen nee tegen. Maar om elkaar: Ruben, Angelique en ondergetekende tegelijk te zien, dat is weer een aparte planning. Het is onbegrijpelijk om een gezond ogende vrouw zo mee te maken. Eerst kon ik haar nauwelijks of niet bijhouden, nu kan zij mij niet meer bijhouden. 

Angelique is geen zeurpiet en heeft intussen haar leven aan zichzelf aangepast. De laatste wandeling leerde ze mij over de bonte specht en leende ik haar rondbreinaalden. De docent in haar is gespaard gebleven.

Riek