Ik heb al een tijdje niets gepost. Niet niets geschreven, maar niets wat ik geschikt vond om te publiceren. Schrijven maakt mijn hoofd leeg, zorgt voor orde in de chaos die daar regelmatig heerst en helpt mij te begrijpen waarom ik iets voel. Denk bijvoorbeeld aan dat ik boos ben, maar niet kan benoemen waarom ik dat gevoel heb. Als ik dan ga schrijven, woorden op het scherm laat komen, komt er vanzelf wel boven wat er nu eigenlijk in mijn hoofd omgaat en kan ik het gevoel plaatsen. Als ik het gevoel kan plaatsen, kan ik het ook omzetten of veranderen en zeker in geval van boosheid is dat best fijn. 

De afgelopen maanden zijn pittig geweest en eigenlijk is het nog steeds pittig. Esther en ik zijn helaas uit elkaar, wat emotioneel natuurlijk een enorme impact voor ons beider heeft, maar ook qua praktische zaken speelt er een hoop. Een verhuizing, ik woon ineens op mezelf en nog een heel lijstje. Vandaag neem ik jullie vooral mee in dat op mijzelf wonen en wat dat voor consequenties heeft. 
En lach er gedeeltelijk ook vooral om hoor, want dat doe ik ook. 

Tijdens mijn verhuizing heb ik gelijk bij het wijkzorgteam van Amersfoort aangegeven dat ik met hen in gesprek wilde om te kijken waar er mogelijkheden voor hulp zouden zijn. Ik had namelijk al zo’n vermoeden dat ik het niet helemaal alleen zou redden. Met hen heb ik gekeken naar manieren om het toch voor elkaar te krijgen. Een lijst gemaakt wat er in huis moet gebeuren, een weekplanning gemaakt, zodat ik simpele dingen als planten water geven niet zou vergeten, of wat ook gebeurt, dat elke dag zou doen. Schijnen die plantjes niet zo leuk te vinden, de basterds.  Daarnaast stelde ze voor om toch nog eens met een ergotherapeut te kijken naar manieren om energie te sparen in de week. 

Ik kan elke huishoudelijk taak op zichzelf wel. Ik heb namelijk geen fysieke beperkingen. Okay, er zijn mensen die vinden dat ik niet alles kan, maar dat is meer omdat ik er niet zo goed in ben hahaha. Maar op zich kan ik een badkamer schoonmaken. Ik kan echter niet een badkamer schoonmaken en op diezelfde dag ook nog koken. Die test is mislukt. 

Met de ergotherapeut hebben we het lijstje van wijkzorg erbij gepakt. Elke taak in deeltaken verdeeld. Agenda erbij gepakt en een weekplanning gemaakt, elke dag per uur ingevuld. Zowel werk, sport, als de huishoudelijke klusjes en vooral ook de rustmomenten. 

Voor een bepaald weekend stond het toilet en de badkamer op de planning. Moet lukken zou je zeggen toch?

Nou het was feest. Op zondagavond was het het toilet en de badkamer inderdaad schoon. Dus eigenlijk zat ik heel tevreden op het balkon, totdat ik de keuken inliep en erachter kwam dat die volledig ontploft was, want een vaatwasser in/uitruimen was niet gelukt, dus ik had alles maar gewoon in de gootsteen gezet. Had ik op zondag eigenlijk wel avondeten op? Niet gekookt, misschien een boterham gegeten? Geen bewuste herinnering aan. Ergens moet je er om huilen, maar ik heb het maar omgezet in een lach en ben weer op het balkon geploft. Morgen weer een nieuwe dag, dan lukt de keuken vast. En voor zekerheid nog maar wat gegeten, want ja, in mijn geval beter te veel dan te weinig. 
Het schiet echter niet op, want het totaal plaatje blijft te veel. Keuzes moeten gemaakt worden, en dan is koken en avondeten echt belangrijker dan een schone badkamer. De ergotherapeut en ik hebben nog verder gekeken naar mogelijkheden, maar onze conclusie is dat het gewoon een onmogelijke opgave is. 

Het wijkteam bestaat uit super lieve mensen, maar die worden aangestuurd door de gemeente en om huishoudelijke hulp te krijgen, ga je zo ongeveer door een nieuwe UWV aanvraag heen. Ja, we zien dat je het niet kan, maar ik verwacht niet dat je door de aanvraag heen kan. De wattes? Ja, je kan bijvoorbeeld 6 uur werken en je sport nog. Juist ja. Hebben we die weer. 

Niet alleen kost het heel veel energie om weer opnieuw uit te leggen wat je wel en niet kan, veel erger is het dat het UWV proces in volle hevigheid weer terugkomt. 

Ondertussen liep de emmer over, was mijn batterij volledig leeg en laadde die in de nacht absoluut niet meer goed op en zit ik nu ziek thuis. Ik heb een tijdelijke ziekmelding op het werk om te herstellen, mijn batterij op te laden. 

Per dag kijk ik hoe ik opsta. Denk ik goed na over wat ik wil, hoeveel energie elke taak kost (dank je ergotherapie!) of er genoeg rustmomenten zijn en maak ik een keuze in wat wel en niet past. De batterij is nog steeds niet vol, verre van zelfs, maar ik merk wel dat er druk van de ketel is. 

Op deze manier hoop ik dat de batterij snel voldoende is opgeladen, zodat ik weer aan het werk kan. Ook al is het nog niet gelijk 6 uur per week. Elk uurtje dat kan, maakt mij blij. En ja, werk staat dus bij mij heel hoog op het lijstje. Liever meer werken en minder sociale afspraken, dan andersom. Sporten zorgt vooral dat de batterij op kan laden, dus dat laten we op z’n gemak lekker doorgaan. 

En als laatste een groot dank je wel voor al die lieve mensen in mijn omgeving die zo goed voor mij zorgen. Jullie weten niet half hoe fijn dat is en hoe dankbaar ik ben.