Eind mei heb ik mijn eerste triatlon in de 1e divisie mogen beleven. En een belevenis was het zeker. Niet voor niets eindigde de laatste blog met “En dat was een hele mooie ervaring, met wat herten-die-in-een-koplamp-staren-ogen.“

Mijn laatste officiële triatlon was in augustus 2020 toen ik net een heel klein beetje borstcrawl kon. Het was dus al even geleden en ik voelde mij toch echt wel een debutant. In aanloop naar de wedstrijd hebben we regelmatig geoefend op de verschillende onderdelen en dat gaf zeker wat rust. Qua zwemmen ben ik de langzaamste van het team en hoewel ik deze winter echt stappen heb gezet, ben ik er nog niet. Gelukkig hebben we dan Rosanne die zich over mij ontfermd en mij regelmatig een duwtje gaf, zodat ik de voeten van Esther en Samantha niet kwijt zou raken. En voordat jullie nu denken dat ‘mijn’ Esther van het schaatsen is overgestapt naar de triatlon… dat is niet zo. We hebben de echtgenote als supporter en Esther H. als teamgenoot. 

Met z’n vieren hebben we heel soepel gezwommen, precies volgens plan en daarna snel het water uit (uiteindelijk de 5e zwemtijd gerealiseerd) en toen begon voor mij de stress. Als terugkoppeling kreeg ik van de supporters aan de kant dat ik toch wel een hoop paniek in mijn ogen had. Nou dat klopte wel met hoe ik mij voelde. Naar de fiets rennen en wetsuit uit, dat lukt. Maar daarna moet ik een soort van op zoek naar het programma van zet helm op, pak fiets, schoenen etc en ga door naar onderdeel 2. Uiteindelijk was mijn wisseltijd 30 sec langzamer dan mijn teamgenoten en dat is echt heel veel. 

We hadden het wel ingecalculeerd, dus voordat we de haven van Almere uit waren, zat ik er weer netjes bij en konden we aan mijn favoriete onderdeel beginnen. Het fietsen. Ook hier kwam het afgesproken plan goed ten uitvoer en ja we kunnen daar nog wel wat winst behalen, maar voor zo’n nieuw team, onder deze toch echt wel zware fietsomstandigheden hebben we het gewoon goed gedaan. 

Maar ja, dan moet je weer wisselen… en dat voel je in de laatste paar kilometers al aankomen, dus vanaf daar zit er dan al chaos in mijn hoofd. Gelukkig verliep deze wissel wel goed en konden we snel door naar het lopen. Dat gaat dan wel weer, hoewel ik momenteel wel dusdanig veel last van mijn asthma heb, dat ik veel te weinig lucht binnen kreeg en lekker aan piepen was. Uiteindelijk realiseerden we de snelste looptijd van het veld en kwam ik als een soort van aanstormende neushoorn (heel elegant was het allemaal niet meer, want ik was echt helemaal op), piepend en wel over de finish. Blij, uitgeput en blij. Had ik al gezegd blij? Waarom? Omdat we als team onderweg zo goed samen gewerkt hebben, de communicatie goed verliep en iedereen zich aan het plan hield. Dan kan je toch alleen maar blij zijn?Uiteindelijk bleek zelfs dat onze tijd goed was voor een 2e plek. Wie had dat nu kunnen denken bij ons debuut in de 1e divisie. Wij in ieder geval niet. 

Hoe nu verder? Vanuit het wedstrijdzwemmen heb ik dit seizoen gemerkt dat hoe vaker ik race, hoe beter de chaos gaat. Er komt routine en vanuit daar komt er rust. Of soms leveren ze me gewoon bij het startblok af en zeggen ze gaan! Dat werkt blijkbaar ook. Hoewel mijn hoofd dan niet altijd meer functioneert, is de output echt nog wel okay. Dat geeft tegelijkertijd natuurlijk ook een heel raar beeld. Er komt dan nog veel sterker het beeld dat er niets aan de hand is. En natuurlijk wil ik niet steeds benadrukken dat het in mijn hoofd echt heel anders is en heel vaak geeft het ook de rust dat ik weet dat de output vaak wel goed is. Het kost alleen zo super veel extra energie dat de rekening in de dagen erna gewoon erg hoog is. Een volledig overprikkeld hoofd dat niet in slaap wilt vallen, terwijl slaap zo hard nodig is om te herstellen van de overprikkeling. Het enorme fight-or-flight gevoel van de verhoogde stress, slechte concentratie en veel hoofdpijn. De afweging blijft dan altijd wat kost het en wat levert het op. Is de balans nog okay. Deze wedstrijd was dat niet het geval, hoe gaaf ik het ook vond en hoeveel plezier het mij ook gegeven heeft. Ik vond dit keer de rekening gewoon echt te hoog. 

Maar niet proberen is voor mij niet hoe het werkt. Ik wil steeds oprekken met wat ik kan, kijken als het niet lukt hoe het op een andere manier wel lukt. En hoe minder je doet, hoe minder je uiteindelijk kan, dus dan maar een weekje wat extra klachten. 

Ik hoop binnen de triatlon wat routine in de wissels en verschillende onderdelen te krijgen, zodat die herten-die-in-een-koplamp-staren-ogen niet zo vaak meer voorkomen en het allemaal wat rustiger wordt in mijn hoofd. Ook hoop ik dat daarmee het herstel in de dagen erna beter gaat. Dat de rekening wel weer in balans is. 

Leave a comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *